Een wandeling in Maassluis

Maassluis, een deel van de haven met op de achtergrond de Groote Kerk.

Maassluis, oud stadje in het vroegere Maasland werd gebouwd rond een oude spuisluis, de ‘Monstersche Sluis’. De waterweg het Scheur verbindt de haven van Maassluis met de Noordzee. Achter de haven staat de ‘Groote Kerk’ uit 1639, op een vroeger bastion dat de bewoners tegen de Spaanse vijand moest beschermen.

Wij lopen de ‘Stadswandeling Maassluis‘ van de ANWB, te openen via de Eropuit app van deze club, waarbij je op de plattegrond in de app je eigen locatie telkens ziet aangegeven. Handig, verdwalen is er op die manier nauwelijks meer bij! Het nadeel van zoiets is wel dat je constant op die telefoon loopt te turen, waardoor je te weinig oog hebt voor andere wandelaars, voorbijflitsende fietsers en stoepranden. Tja….

In het centrum van Maassluis met een grachtje.

Het oude centrum is klein, maar pittoresk. In het vroegere stadhuis uit de zeventiende eeuw huist nu het Sleepvaartmuseum. Maassluis was ooit belangrijk voor deze typische Nederlandse bedrijfstak en als bewijs daarvan liggen er in de haven verschillende erfstukken uit deze periode te pronken.

Oude sleepboot in de haven van Maassluis.

Er liggen ook een zeer gedateerde houten vissersboot uit Denemarken en een groot opleidingsschip van het Zeekadetkorps, een organisatie die jongelui laat proeven van een leven op het water.

Veel mooie, oude huisjes in en rond het centrum, sommige nog bewoond, andere inmiddels verbouwd tot restaurant of winkel.

Mooi oud huisje.

Het is nog te vroeg voor cappuccino, dus we lopen terug naar de auto en doen thuis een bakkie.Thuis lees ik op internet dat in de nacht voor onze wandeling een man is doodgeslagen in een straat vlak achter het centrum van Maassluis….

Het Hellinggat, de verbinding tussen de haven van Maassluis en Het Scheur.

Natuur in Drenthe: de Hoekenbrink in het Drents-Friese Wold

Boven Diever in Drenthe ligt het Nationaal Park Drents-Friese Wold. In het zuidelijk deel hiervan ligt de Hoekenbrink, een 75 ha groot natuurgebied, bestaande uit heide, bos en voormalig cultuurland.
Een door Staatsbosbeheer hier uitgezette wandelroute van 4,2 kilometer laat je alle delen van dit terrein zien.

Ik liep deze wandeling op zaterdagmiddag 25 juni, daarbij de nodige muggensteken oplopend. Ergens halverwege moest ik even schuilen onder een eikenboom voor een regenbui.

Maar verder was de wandeling de moeite waard 🙂 Hieronder een paar foto’s onderweg genomen. Klik op de link hierboven voor meer info over dit gebied.

Heideveld in de Hoekenbrink, met nogal wat opslag van jonge dennetjes.
Je vindt in de Hoekenbrink struikheide, dopheide en kraaiheide bij elkaar. Op de foto de bloemetjes van dopheide.
En dit is kraaiheide van dichtbij, met bessen van vorig jaar.
Grafheuvel in het gebied. Een schaapherder met de bijnaam Oude Willem gebruikte dit prehistorische graf als uitkijkpunt over zijn kudde. Een buurtschap met de naam ‘Oude Willem’ iets verderop in het gebied herinnert nog aan deze markante figuur.
Voormalig cultuurland, thans natuurgebied

Dwingelose Heide

We gingen wandelen vanochtend in het Dwingelderveld, in de volksmond beter bekend als de Dwingelose Heide. Men heeft daar twee zogenoemde ‘Familiepaden‘ uitgezet, verharde paden die geschikt zijn voor onder meer mindervalide mensen en ouderen.

Wij liepen het meest noordelijke van deze paden, een plusminus 3 kilometer korte route die deels door bos en deels door het open veld voerde. We kwamen langs de schaapskooi ‘Achter ’t Zaand’, passeerden een schitterend vennetje, zagen grote plakkaten zonnedauw op een recent geplagd stuk grond en lieten de schaapskudde met herder aan ons voorbijtrekken. In de verte riep de koekoek, bij het vennetje zagen we kieviten.

Schaapskudde Dwingelderveld.
Zonnedauw tussen de (groene) heide en de (grijze) wilgenstruikjes. Het is een vleesetende plant die insecten vangt met een soort kleverige druppels aan de uiteinden van de stengeltjes.
Dwingelderveld, solitaire bomen.
Zonnedauw in close-up. De kleverige ‘druppeltjes’ waarmee hij insecten vangt, zijn goed zichtbaar.
De schaapherder liet zijn schapen drinken bij het vennetje dat we passeerden.

Aalscholvers en boshyacinten

Op Koningsdag een fijne wandeling gemaakt door het binnenduin tussen Den Haag en Monster. Want oranjefeesten en vrijmarkten zijn aan mij niet besteed….

In het Hyacintenbos bloeiden de boshyacinten onder de eikenbomen in blauw met een enkele witte ertussen voor de variatie.

Alsof dat nog niet mooi genoeg was, zag ik ook bloeiende lelietjes-van-dalen en salomonszegel. Van de laatste moesten de bloemen nog open gaan, trouwens…..

Lelietje-van-dalen
Salomonszegel

En ik hoorde nachtegalen zingen, overal, in het bos en in het open duin. Daar word ik nou blij van 🙂 .

Verderop in de aalscholverkolonie in het Solleveld werd druk gewerkt aan de versterking van de nesten en het bebroeden van de eieren. Er hing een penetrante vislucht alsof je door de visafslag van Scheveningen loopt….

Aalscholvers in zwart-wit in de dode takken van een boom. De takken gaan dood door de uitwerpselen van de vogels.
Op en bij het nest….

De aalscholvers foerageren aan zee, slechts een klein stukje verder. Met hun buit zijn ze dan in no time terug op het nest.

Ik volgde het pad door het Solleveld en kwam meer boshyacinten tegen. En ik hoorde fitissen fluiten. En een zwartkop. Een paartje grauwe ganzen vloog rauwe kreten slakend over mijn hoofd. Mijn Koningsdag kon niet meer stuk…

Bloeiende heide in de duinen

Langs de weg van Den Haag naar Monster ligt de ‘Van Leydenhof’, een natuurgebiedje van het Zuid-Hollands Landschap. Het is een mooi stukje binnenduinbos, met veel oude eiken, een monumentale beuk en een open gedeelte met struikheide, wellicht een restant van een oud heideveld wat daar vroeger lag.

De heide bloeit op dit moment, een goede reden om het gebied weer eens te bezoeken met de camera in de hand. Hieronder een paar foto’s.

Een blauw bloeiende plant, vermoedelijk bernagie, in de berm naast de weg, vlakbij de Van Leydenhof
Markante eiken in het gebied, de stammen kronkelend naar het licht
Het heideveldje, deels heide deels gras
Vergane glorie…..
Monumentale beuk
Licht op mijn pad – zonlicht gefilterd door de bomen
Een van de rode bosmiernesten die de Van Leydenhof rijk is
Close-up: drie rode bosmieren

Het was stil in de Van Leydenhof, héél stil! En dat terwijl de stad Den Haag vlakbij is…
In het voorjaar bloeien de boshyacinten hier en kleuren sommige plekken paars. .

Zondagmiddagwandeling

Zondagmiddag: zwaar bewolkt en vrij kil. Winterjas hoog dichtgeknoopt, wandelschoenen aan. Even naar buiten, beweging en afleiding.

Ik volg het pad onderaan de slaperdijk die Ter Heijde en Monster van elkaar scheidt. Langs de kersenkas waar de kersenbomen in bloei staan. Fietsers bovenop de dijk rechts van me.
Veel kleine vogeltjes aan weerskanten van me, je hoort ze meer dan dat je ze ziet. Grasmussen of graspiepers, iets dergelijks volgens mij. Puttertjes hoor ik de laatste dagen ook veel. Alsof er ineens duizenden tegelijk vanuit het hoge noorden zijn afgezakt naar Nederland.

Bij het J.J.M. van den Burggemaal sla ik linksaf en via de nieuwe woonwijk Grote Geest aan de rand van Monster loop ik terug naar huis. Grote huizen, grote auto’s in de carport, een en al welvaart. Maar welvaart en welzijn zijn niet hetzelfde. Zijn deze mensen echt gelukkig in hun grote huizen?

Onderweg bij een vijver spot ik bovenstaande aalscholvers op de grens van woonwijk en duin. Even een foto, een stukje schoonheid, een ‘bewijs’ van mijn wandeling voor wie het niet gelooft. Kijk maar, ik was er echt….

Een koud landje, dat is Nederland. Je koestert de mooie, warme dagen. Ze zijn duidelijk in de minderheid. De winter duurt lang, het voorjaar niet op gang. Altijd die wolken, die kilte – je vlucht naar binnen maar ook daar vindt je het vaak niet.
Je zit de tijd uit en wacht op verandering: zon en warmte, een einde aan de corona-maatregelen zodat je de verveling thuis kunt ontvluchten.

Sneeuw in Ter Heijde (2)

Sneeuw in Ter Heijde, zondag 7 februari: massa’s mensen die de kou trotseren om even een blik op de zee te werpen, even de besneeuwde duinen te zien en het pittoreske torentje van de kerk.

Ik doe hetzelfde na de online-kerkdienst, maak een paar foto’s vanaf het duin en ben snel weer thuis, uit de wind en bij de warme kachel.

Pierewaaien

Het zonnetje scheen hier in Ter Heijde vanmiddag, mooi weer om er even op uit te gaan. Met de auto naar Hoek van Holland gereden, geparkeerd dichtbij het strand en daarna te voet langs de beachvilla’s richting Noorderpier gelopen.

De honden genoten en wij ook. De zon schitterde mooi op het water van de Nieuwe Waterweg.

Nieuwe waterweg

Op de basaltblokken langs de pier zaten enkele tientallen strandlopertjes, dicht bij elkaar. Ze hadden gele poten en een gele snavel: dat moesten haast wel paarse strandlopers zijn, een soort die vooral in de winter op met name basaltblokken en andere stenige plekken te vinden is.

Paarse strandlopers

Er waren veel andere wandelaars op de pier en het strand, de meesten hielden enige afstand en de zeewind blies de eventueel aanwezige ziektekiemen weg.

De andere kant van het Westland

Op zaterdagmiddag reden we met onze hybride Honda naar de andere kant van het Westland, om aan te leggen in achtereenvolgens De Lier en ’t Woudt.

De Lier is een middelgroot dorp met zo’n 13.000 inwoners. De oude kerk stamt uit de vijftiende eeuw, is mooi van buiten maar was helaas van binnen gesloten. De stompe toren heeft geen spits meer sinds deze eeuwen geleden afbrandde en nooit meer hersteld werd.
Achter de kerk loopt de Lee, een voormalige getijdenkreek die ooit in verbinding stond met de Maas maar sedert lang bedijkt is om overstromingen te voorkomen.

Het centrum van De Lier is één straat groot, met winkels en eetgelegenheden aan beide zijden. De laatsten waren bij ons bezoek, u raadde het misschien al, wegens corona gesloten. Er was verder een klein museum halverwege de straat, Museum de Timmerwerf, gevestigd in een pand waar sinds 1642 onafgebroken een timmermanswerkplaats is gevestigd. Het was geopend maar timmeren is niet echt ons ding, dus besloten wij genoeg gezien te hebben van De Lier en keerden terug naar onze auto.

Uitzicht op de Lee in De Lier, met de stompe toren op de achtergrond. De twee schaatsers op het kunstwerk rechtsvoor dragen mondkapjes, helemaal volgens corona protocol…..

Van De Lier was het niet ver meer naar ’t Woudt, een schilderachtig dorpje tussen de weilanden dat reeds in 1277 genoemd werd. Het bestaat uit een laatgotische kerk, een paar boerderijen, enkele huizen, een herberg/café, een pastorie en een kosterswoning. In 2006 woonden er 36 mensen. Het is een beschermd dorpsgezicht.

Bovenstaande omschrijving van ’t Woudt komt trouwens van Wikipedia, uw blogger is soms knap gemakzuchtig…..
Maar eerlijk is eerlijk: ’t Woudt is werkelijk een oase! De rust overheerste er, de drukte van het Westland leek even ver weg. Boerderijen en huizen waren vrijwel allemaal oud en monumentaal, je waande je er terug in de tijd. Bij één van de boerderijen stond een kistje stoofperen voor aan de weg, om gratis uit mee te nemen. Wij lieten ons deze kans niet ontnemen, komende week eten we stoofperen uit ’t Woudt….

Ook de kerk in ’t Woudt was gesloten en dat was jammer, ik had graag even binnen gekeken. Eigenlijk horen kerken als Huis van God tenminste overdag geopend te zijn, is mijn bescheiden mening. Als tijdelijk toevluchtsoord voor dolende zielen, spiritualiteitszoekers en anderen die méér zoeken dan het hedendaagse consumentisme. Hang camera’s op voor het toezicht, zet waardevolle spullen in een kluis, zoiets moet toch mogelijk zijn??

De hierboven al genoemde herberg/café was uiteraard ook gesloten. Dus geen cappuccino onderweg, maar een alledaags bakkie leut thuis in Ter Heijde. Maar we komen zeker nog een keer terug hier!

Kerkdorp ’t Woudt, met kerk en groentetuintjes
Oude hooiberg en oude fiets, een mooie combinatie….