De andere kant van het Westland

Op zaterdagmiddag reden we met onze hybride Honda naar de andere kant van het Westland, om aan te leggen in achtereenvolgens De Lier en ’t Woudt.

De Lier is een middelgroot dorp met zo’n 13.000 inwoners. De oude kerk stamt uit de vijftiende eeuw, is mooi van buiten maar was helaas van binnen gesloten. De stompe toren heeft geen spits meer sinds deze eeuwen geleden afbrandde en nooit meer hersteld werd.
Achter de kerk loopt de Lee, een voormalige getijdenkreek die ooit in verbinding stond met de Maas maar sedert lang bedijkt is om overstromingen te voorkomen.

Het centrum van De Lier is één straat groot, met winkels en eetgelegenheden aan beide zijden. De laatsten waren bij ons bezoek, u raadde het misschien al, wegens corona gesloten. Er was verder een klein museum halverwege de straat, Museum de Timmerwerf, gevestigd in een pand waar sinds 1642 onafgebroken een timmermanswerkplaats is gevestigd. Het was geopend maar timmeren is niet echt ons ding, dus besloten wij genoeg gezien te hebben van De Lier en keerden terug naar onze auto.

Uitzicht op de Lee in De Lier, met de stompe toren op de achtergrond. De twee schaatsers op het kunstwerk rechtsvoor dragen mondkapjes, helemaal volgens corona protocol…..

Van De Lier was het niet ver meer naar ’t Woudt, een schilderachtig dorpje tussen de weilanden dat reeds in 1277 genoemd werd. Het bestaat uit een laatgotische kerk, een paar boerderijen, enkele huizen, een herberg/café, een pastorie en een kosterswoning. In 2006 woonden er 36 mensen. Het is een beschermd dorpsgezicht.

Bovenstaande omschrijving van ’t Woudt komt trouwens van Wikipedia, uw blogger is soms knap gemakzuchtig…..
Maar eerlijk is eerlijk: ’t Woudt is werkelijk een oase! De rust overheerste er, de drukte van het Westland leek even ver weg. Boerderijen en huizen waren vrijwel allemaal oud en monumentaal, je waande je er terug in de tijd. Bij één van de boerderijen stond een kistje stoofperen voor aan de weg, om gratis uit mee te nemen. Wij lieten ons deze kans niet ontnemen, komende week eten we stoofperen uit ’t Woudt….

Ook de kerk in ’t Woudt was gesloten en dat was jammer, ik had graag even binnen gekeken. Eigenlijk horen kerken als Huis van God tenminste overdag geopend te zijn, is mijn bescheiden mening. Als tijdelijk toevluchtsoord voor dolende zielen, spiritualiteitszoekers en anderen die méér zoeken dan het hedendaagse consumentisme. Hang camera’s op voor het toezicht, zet waardevolle spullen in een kluis, zoiets moet toch mogelijk zijn??

De hierboven al genoemde herberg/café was uiteraard ook gesloten. Dus geen cappuccino onderweg, maar een alledaags bakkie leut thuis in Ter Heijde. Maar we komen zeker nog een keer terug hier!

Kerkdorp ’t Woudt, met kerk en groentetuintjes
Oude hooiberg en oude fiets, een mooie combinatie….

Een wondere wereld

Ik vond vorige week op het strand langs de vloedlijn een complete mosselschelp begroeid met zeepokken. De schelp zelf was leeg.

Mosselschelp begroeid met zeepokken

Zeepokken zijn de kalkstenen huisjes van kleine kreeftjes. De huisjes zijn afgesloten met een scharnierend deksel. Als het kreeftje moet eten, klapt het deksel naar buiten open en strekt het dier zijn zes paar lange poten naar buiten. Met die poten wervelt het plankton en ander voedsel naar binnen.

Wat leven we toch in een wondere wereld! En de zee met al haar dierlijk en plantaardig leven is dan weer een wereld op zich, meestal onzichtbaar voor ons onder het oppervlak van het water, maar daarom niet minder fascinerend.

Toen ik bezig was met deze post lag de schelp naast me op tafel. Het was het stil in huis en ik hoorde een heel zacht knisperend geluid komen uit de richting van de schelp. Blijkbaar zaten er nog levende kreeftjes in de huisjes. Ik ben teruggelopen naar het strand en heb de schelp bij de vloedlijn gelegd.

Een vraag aan de lezers van deze post: ervaart u wel eens iets van die wondere wereld??

Terug in Ter Heijde

Terug in Ter Heijde. Het was drie uur rijden vanaf Texel; er waren nauwelijks wachttijden bij de boot maar wel langzaam rijden en stilstaan op de tweebaansweg van Den Helder naar Alkmaar.

Thuis geniet ik van mijn eigen comfortabele fauteuil en van mijn ruimliggende bed. Geen vuurwerkschade, alles is rustig gebleven deze jaarwisseling. Aan het strand waait het stevig, maar de zee is dan op zijn mooist, dat wel. Ik loop met de hond door tot de eerste strandopgang en ga dan omhoog, terug naar het dorp.

Twee zeevissers trotseren wind en kou. Zij liever dan ik…..
Langs de kant van het pad door de duinen bloeit nog een plantje. Het is vermoedelijk zeeraket.

Reizen in je hoofd

Wanneer ik weer eens een reisboek lees zoals Naar de rivier van Olivia Laing, het boek waar ik momenteel in bezig ben, krijg ik altijd zin om zelf op pad te gaan. Om net als Laing een rivier met een verleden uit te zoeken, een rugzak met spullen in te pakken, mijn wandelschoenen aan te trekken en te gaan, langs de rivier, het water volgend, van de bron naar de plek waar de rivier in zee stroomt of zich verliest in een andere rivier, van begin- naar eindpunt, helemaal te voet.

En dan later tegen jezelf of een ander te kunnen zeggen: ik ben de rivier gevolgd, helemaal, en ik heb een journaal bijgehouden van de tocht – hier is het, kijk maar! – een bijna-dagelijkse beschrijving van al mijn wederwaardigheden langs het water: de planten die ik zie, vogels die opvliegen bij mijn nadering, allerlei gedachten en associaties, het weer, de nachten buiten in mijn tentje met de geluiden en het geritsel om me heen van allerlei nachtelijke wezens die op pad gaan als de mens slaapt, en meer.

Maar ik heb verplichtingen jegens een werkgever en jegens een levenspartner die de verwezenlijking van bovenvermelde droom in de weg staan. Dus het blijft waarschijnlijk bij leunstoelreizen, wegdromen bij een boek naast de centrale verwarming. Reizen in je hoofd als surrogaat voor een échte reis.

olivia laing.jpg

Abtswoudse Bos

Het Abtswoudse Bos in Midden-Delfland, het gebied tussen Rotterdam en Delft. Veel water, rietkragen, essenbosjes en in de verte de skyline van Rotterdam.

Een zwaarbewolkte middag, vijftien graden, een wandelaar met twee honden. Te weinig energie voor een lange wandeling, ik moet op de terugweg even gaan zitten op een bankje. Jammer, heel jammer.

Zwanen, koeien, een bruggetje - en de Euromast rechts achter zichtbaar

Zwanen, koeien, een bruggetje – en de Euromast rechts achter nog net zichtbaar

Eenden en meerkoeten op het water

Eenden en meerkoeten op het water

Wandelen

Gewandeld in het Bentwoud vanmiddag.

Dat klinkt heel spannend, maar dit natuurgebied bestaat vooral uit heel veel open ruimte, afgewisseld door vakken met een veelal lage beplanting van els, eik, wilg en populier. De wolkenluchten boven het ‘woud’ zijn  mooi, de rest van het gebied is eigenlijk te jong om mooi te zijn.

We kwamen overigens tijdens onze wandeling van een uur slechts twee andere Homo sapiens sapiens tegen, een sterk punt van dit gebied – naar mijn eigen mening en die van mijn vriendin. Een uur was trouwens lang zat, al die openheid begint een keer te vervelen.

En verder: nogal wat libellen gezien onderweg, een buizerd zwevend boven hoogspanningsdraden, een eenzame fuut en een paar eenden. En veel golfers van een afstandje, want direct naast het natuurgebied ligt een golfbaan.

Het Bentwoud ligt bij Benthuizen, in het groene hart van Zuid-Holland.

Verdwaalde picknicktafel in het Bentwoud

Verdwaalde picknicktafel in het Bentwoud

Hoogspanning

Hoogspanning

Partner met honden

Partner met honden

 

Over het wandelen

Onze natuur bestaat uit beweging; volledige rust is de dood.
Blaise Pascal

Het firmament zelve draait voortdurend rond, de zon komt op en gaat onder, de maan wast, sterren en planeten beschrijven hun vaste baan, de lucht wordt nog immer heen en weer geslingerd door de wind, de wateren bewegen in eb en vloed, om ons te leren dat we altijd in beweging moeten blijven.
   Robert Burton

Verlies vooral niet je plezier in wandelen: ik loop mezelf elke dag tot een staat van welbevinden, weg van elke ziekte; ik ben al lopend tot mijn beste gedachten gekomen en ik ken geen gedachte zo bedrukkend of men kan er wel van weglopen…..maar hoe meer men stilzit, hoe sneller men zich ziek gaat voelen…..Dus als men gewoon blijft lopen, komt alles vanzelf in orde.
   Soren Kierkegaard

Het is goed om dingen te verzamelen, maar het is beter om te wandelen.
Anatole France

Het gaan verheldert het hoofd. Geen enkele depressie is opgewassen tegen een wandeling van dertig kilometer.
   Rommert Boonstra

Als je schoenen afgedragen zijn, is de kracht van het leer in je lichaamsvezels overgegaan. Ik meet gezondheid af aan het aantal schoenen dat iemand versleten heeft.
   Ralph Waldo Emerson

Wandelen is aan de maatschappij ontsnappen. Niemand kan je bereiken. Niemand weet waar je bent. Dat is prettig. (….) Je observeert wel, maar je denkt niet. Je maakt je geen zorgen om de toekomst, je denkt niet over het verleden, je bént in de tijd. Dat is het fijne van wandelen.
   J.J. Voskuil

Ik loop, dus ik besta. Wandelen is leven: het contact dat je voeten maken met de aarde, de vogels die je hoort tijdens het lopen, de bloemen die je ziet, je ademhaling…..Jammer dat ik op sommige dagen niet de conditie heb voor een lange wandeling. Medicijngebruik is hier wellicht debet aan.
Jan Jaap

Donderdag

Boodschappen doen, wandelen met de hond en worstelen met de Drie-eenheid.

Vandaag en morgen ben ik vrij en dat betekent: meer tijd voor mezelf en voor mijn eigen dingen.

Deze ochtend eerst de wekelijkse boodschappen halen bij Jumbo. Een vervelende klus, al weet ik niet precies waarom. Komt het vooral door het sjouwen met die zware boodschappentas twee trappen op thuis? Is het de sfeer in de winkel, met ‘collega-shoppers’ die om je heen zwermen als bijen, personeel dat aan het vakken vullen is en daarbij hinderlijk je pad kruist, of de muziek die vaak veel te hard staat waardoor je het liefst weg zou willen vluchten, die winkel uit, naar buiten? Hoe dan ook, ik overleef het ook dit keer weer en kan thuis mijn provisiekast bijvullen.

De flinke wandeling die ik daarna met de hond maak terwijl de zon schijnt, voelt bijna als een beloning. Als ik terug ben werk ik mijn weblog bij en ga vervolgens een uurtje studeren. Hoofdstuk 3 van de cursus Bijbel en Christendom, om precies te zijn. Pittige stof, want het gaat over de Triniteitsleer oftewel de leer van de Drie-eenheid: er is één God die bestaat in of uit drie personen – Vader, Zoon en Heilige Geest. Wat je daar ook over schrijft, hoelang en hoe diep je er ook over nadenkt: het blijft voor het menselijk verstand een onmogelijkheid. Ik benijd de mensen die dit ‘zomaar’ kunnen aannemen,dit zomaar kunnen geloven, die er geen enkele moeite mee lijken te hebben – of is dat misschien gewoon oppervlakkigheid?

Ik worstel me door de lesstof heen en ga daarna lunchen. De middagduivel bestrijd ik door een flinke wandeling in de Scheveningse bosjes. Het is er behoorlijk druk met andere hondenbezitters, dagjesmensen en gezinnen met kinderen bij de speelplaats aan de rand van het bos. Op mijn verlanglijst staat nog altijd ‘een flink stuk natuur helemaal voor mijzelf alleen’; een bos waar niemand anders mag komen, alleen mijn hond en ik. Onbereikbare dagdroom natuurlijk, maar dagdromen blijft leuk.

Thuis is er koffie en moet de tijd volgemaakt worden tot het avondeten; daarna nog wat studeren, nog wat bloggen, een beetje tv kijken. Mijn avonden verlopen vrijwel altijd volgens hetzelfde patroon. Morgen weer een dag.

Op zondagavond naar het strand

strand2

 

Op zondagavond met de hond naar het Zuiderstrand voorbij Kijkduin. Even eruit, de tijd doden, opzien tegen die lange avond, moe van het uitrusten. De mens is niet gemaakt om een hele dag stil te zitten, mijn lichaam wil beweging.

 Het is druk op het  strand – veel mensen met dezelfde gedachtenkronkels blijkbaar. Veel mensen, veel honden. Mijn eigen Torre vindt al die aandacht van de andere honden maar niks en wil het liefst zo snel mogelijk terug naar huis. Een huisdier met een sociale fobie, hij lijkt op zijn baas.

Een gouden zon laag boven de zee, omkranst door wolkjes; koperkleurig licht op het water, als op een schilderij van Mesdag.    Hoek van Holland lijkt voor het grijpen: zo helder, zo dichtbij. Windmolens op de Maasvlakte, ik kan de wieken zien draaien; de rookpluim van de elektriciteitscentrale; havenkranen afstekend tegen de avondlucht, als vingers van handen die omhoog reiken.

Meeuwen samenscholend op de basaltkeien van de golfbrekers, meeuwen op een kluitje hoog op het strand, meeuwen in de lucht.     De hoogwaterlijn is een onregelmatig, kronkelend spoor halverwege het strand – losse hoopjes zwart uitgeslagen zeewier, met daar tussenin schelpen, stukjes plastic, hout en soms een flard van een net.    Het niemansland tussen de hoogwaterlijn en de zee is nu allemansland – mensen lopen op blote voeten door de geulen die de opkomende zee heeft uitgesleten, en over het natte zand langs de vloedlijn

Sporen in het zand: evenwijdig lopende ribbels in golfpatronen, veel voetstappen, de afdrukken van hondenpoten, de fijne pootafdruk van een strandloper of scholekster er soms tussendoor.    Ik laat mijn eigen spoor na; schoenen maat 42, door de zwaartekracht en 65 kilo lichaamsgewicht in het zand gedrukt als bewijs van mijn aanwezigheid, maar straks weggespoeld door de zee, alles wordt weggespoeld door de zee, nog even en alle sporen zijn uitgewist.

Het geluid van de golven die zich stukslaan op het strand, dat geluid: hoe omschrijf je het? Bulderen is te sterk, het stormt niet. Rommelen dan of bruisen? Eigenlijk is er geen woord voor. De mooiste dingen laten zich soms het moeilijkst omschrijven.    De golven worden door een onzichtbare hand steeds dichter naar het strand toe getrokken – als je ergens gaat zitten en er de tijd voor neemt, ga je het zien. Alsof er draden lopen tussen de zee en de maan. Op en af elke twaalf uur.

Aan de horizon liggen enkele vracht- en containerschepen, wachtend op lading. De economische crisis.

Ik zou zo door kunnen lopen naar Hoek van Holland, maar ben bang dat mijn hond dat niet aankan. Daarom draai ik me om en met Kijkduin en Scheveningen voor me in de verte, ga ik terug.     

strand4