Kleurenpracht op de Keukenhof

Gisteren naar de Keukenhof geweest. We hadden het eerste tijdslot gereserveerd, dat van acht uur, maar op dat tijdstip stroomden de touringcars met Duitsers, Polen en andere aardbolbewoners al aan en was het aansluiten in een behoorlijk lange rij voor de poort.

Keizerskronen en tulpen op de Keukenhof

Maar wat een kleur! Al die bloeiende tulpen en andere bolgewassen in allerlei tinten en allerlei vormen! En dat in een mooi en gevarieerd park met monumentale beuken en eikenbomen die net uitliepen met frisgroen blad. En onder de bomen golvende gazons met bloemperken. Waterpartijen met hier en daar fonteinen zorgden voor afwisseling.

Na een uurtje of twee werd ik een beetje ‘kleurenmoe’ en vond ik het eigenlijk genoeg. Genoeg visuele prikkels voor deze autist voor 1 dag. Bovendien kon je na tienen op sommige plekken al aardig over de hoofden lopen…gelukkig is het park best groot en waren er ook rustiger plekken.

Toen het nog rustig was….

Bij de souvenirshop waren de Wooden shoes vanaf 24 euro vijfennegentig. Wij hielden het daarom bij een miniatuurklompje voor thuis op tafel als blijvende herinnering aan de Keukenhof.

Best wel dure klompen!

Ik zag veel Indiërs trouwens, een teken – denk ik – dat ook een land als India zich na een lange periode van betrekkelijke stagnatie een zekere welvaart begint te ontwikkelen.

Tulpen en een molentje, veel hollandser wordt het niet…

Mooi om de Keukenhof gezien te hebben; als we nog eens gaan, doen we dat op een doordeweekse dag als de drukte misschien iets minder is…..

Waar de doden niet meer rusten

‘Waar de doden niet meer rusten’ leek mij een gepaste titel voor een stukje over een voormalige begraafplaats. Want mijn werk als hovenier in de plaatsen Monster en Ter Heijde bracht mij in de afgelopen week in een parkje in Monster dat ooit ‘Begraafplaats Vreedelust’ heette.

Dat dit een voormalige begraafplaats is wist ik overigens niet, maar een onlangs door de plaatselijke oudheidkundige vereniging geplaatst bordje naast de ingang van het parkje vertelt erover.

Het toegangshek van de voormalige begraafplaats Vreedelust. Ook hier hangt de vlag ondersteboven, al bewijzen de brandnetels en haagwinde binnen in het parkje tot op zekere hoogte het gelijk van de regering…

Toen in de 19e eeuw begraven in de kerk verboden werd, moest de gemeente elders een rustplaats voor de doden vinden en dat werd Vreedelust. Van 1829 tot 1926 werden hier de overledenen begraven, daarna werd er een andere en grotere dodenakker in gebruik genomen, de huidige begraafplaats Molenlande.

De graven op Vreedelust werden pas in 1994 geruimd, waarbij enkele grafmonumenten overgebracht werden naar de nieuwe begraafplaats. En nu is het een parkje in het hart van het dorp.

Vreedelust: het interieur van het park.

De voormalige begraafplaats is nog steeds een oase van rust, ook al is het klein. Maar door het ontwerp lijkt het groter dan het is.
Er zijn enkele gazonnetjes met wat verspreide bomen en een paar perkjes met rozen en andere heesters. De zon speelt een spel van licht en schaduw tussen de bomen. Een bank aan de zijkant nodigt uit tot rust en overpeinzing.

Idem.

Maar ik kom hier niet voor mijn rust, maar om het onkruid te wieden. De heesters hier hebben net als op veel andere plaatsen last van stikstofminnende planten als brandnetel en haagwinde.
Een passante met hond wijst me in het voorbijgaan op de bruidssluier die aan één zijde de struiken geheel overwoekerd heeft. Ik kruip eronder om de lianen van de klimplant bij de grond af te knippen. Want je moet een probleem altijd bij de bron aanpakken 🙂 .

Idem.

Terwijl ik al doende ben komen de papierprikkers van de gemeente binnen, twee mannen met vermoedelijk een fysieke of mentale beperking. Ze zijgen neer op het bankje en staren voor zich uit. Het zal geen lolletje zijn om acht uur per dag dit werk te moeten doen en van al dat lopen de hele tijd wordt je vast moe. Dan is zo’n bankje een uitkomst….

With my own two hands / Met mijn eigen handen

Een vrolijk en optimistisch liedje hieronder: With my own two hands, uitgevoerd door muzikanten van over de hele wereld in het kader van Playing For Change. Het liedje is oorspronkelijk van de Amerikaanse singer/songwriter Ben Harper.

Verbeter de wereld met je eigen handen, luidt kortweg de boodschap. Prima tip, maar helaas ben ik vaak meer met mezelf bezig dan met een ander 😦 . Dat egocentrisme zit diep in mij, moet ik bekennen.

Gelukkig zijn niet alle mensen hetzelfde. Nederland kent enkele miljoenen vrijwilligers, mensen die zich belangeloos inzetten voor een ander. En daarmee de wereld misschien een klein beetje verbeteren…..

Een andere kijk op Nederland: een Oekraïense telt onze zegeningen

Een buitenlander die in ons land vertoeft heeft vaak een andere kijk op Nederland dan een autochtoon.

Want voor de laatste is alles ‘gewoon’ – hij ziet de dingen zijn hele leven al en het mooie is er voor hem vaak vanaf. Bij de ‘binnenlander’ overheerst nogal eens de sleur. En negatieve klaagzangen in de media over de politiek en andere onderwerpen hebben invloed op de manier waarop hij kijkt naar ons land en de mensen daarin.

Wel, dan is zo’n ingezonden brief als die ik van de week in een plaatselijk krantje aantrof, verfrissend en echt een eye-opener – om even een on-Nederlands woord te gebruiken 🙂 . De brief werd geschreven door een Oekraïense vrouw die enige tijd in ons land woonde, ze heet Larysa Deshko.

Een citaat uit de brief:

Ik fiets naar de zee bij Kijkduin en doe mijn best om niet nog meer verliefd te worden op dit land. Omdat ik er zoveel van hou. De lucht, schoon en geurig, lijkt wel of je het met een lepel of schep kunt eten. Het is zo mooi, doordrenkt met kruiden en bloemen. Ik sta mezelf toe de lokale planten te bewonderen, want het is onmogelijk te weerstaan.
Ik kijk ook naar de wegen. De randen ervan zijn intelligent, zorgvuldig en mooi gemaakt: bochten, schuine kanten en hoeken. Ik probeer niet teveel te staren naar de gebouwen met moderne architectuur in Den Haag, ze zijn perfect en prachtig. Den Haag is indrukwekkend. Prachtige beelden die in de straten staan, overtuigen je ervan dat het leven divers, ongewoon en leuk is.

Tja, als ík door Den Haag rijd met de auto (niet de fiets!) zie ik vooral de drukte om me heen en de dingen die niet deugen: zwerfvuil, fout geparkeerde auto’s, mede-weggebruikers die veel te hard rijden.
Maar misschien moet ik meer gaan fietsen en zie ik dan ook meer van het mooie om me heen. En krijg dan ook iets van die onbevangen en frisse blik van Larysa….

Larysa Deshko is inmiddels terug naar Oekraïne om de mensen in nood daar te helpen. Ze bedankt aan het slot van haar epistel de Nederlanders voor hun vriendelijkheid en vrijgevigheid, hun liefde voor het milieu en hun creativiteit. Waarvan akte!

Gedicht op zaterdag

Photo by Debby Hudson on Unsplash

Hieronder een gedicht over liefde van Neil Gaiman, hetwelk via Instagram tot mij kwam:

I don’t think that I’ve been in love as such

although I liked a few folk pretty well

Love must be vaster than my smiles or touch

for brave men died and empires rose and fell

for love, girls follow boys to foreign lands

and men have followed women into hell

In plays and poems someone understands

there’s something makes us more than blood and bone

And more than biological demands for me love’s like the wind unseen, unknown

I see the trees are bending where it’s been

I know that it leaves wreckage where it’s blown

I really don’t know what I love you means

I think it means don’t leave me here alone

Neil Gaiman – Dark Sonnet

Neil Gaiman’s website

Als de dag van gisteren…

Het centrum van Rijssen vroeger, met rechtsvoor de hieronder genoemde tabakskiosk

Als de dag van gisteren herinner ik mij hoe ik in mijn jeugd mijn pakje halfzware-Drum-met -Mascotte-vloei haalde bij Blinde Jan op ’t Schild of bij de Teutewiefkes iets verderop in de Grotestraat.

‘Bootwerkersspul’, zei mijn vader misprijzend, maar ík rookte door, want je was jong en je wilde wat….

Blinde Jan was (zoals de naam al aangeeft) een visueel-gehandicapte man die in het centrum van ons stadje Rijssen een kiosk met rookwaren uitbaatte. Hij was blind van ogen, maar niet van handen: zijn vingers wisten precies hoeveel geld je op de toonbank legde, daar kon je hem niet mee bedotten. En ook in het teruggeven van wisselgeld vergiste hij zich zelden.
Jan liet een keer ‘Mien waar is mijn feestneus’ spelen op het carillon van de kerk achter zijn kiosk toen hij verjaarde. Behoudende Rijssenaren spraken daar schande van: zo’n werelds liedje op het carillon van de kerk!

De Teutewiefkes (kletsvrouwtjes) waren twee oudere en vrijgezelle dames die nogal praatziek waren – vandaar die bijnaam. Het waren wandelende nieuwsbladen, altijd op de hoogte met de laatste geboorte- en sterfgevallen en andere familiaire zaken. En als je in hun winkeltje je tabak haalde, kreeg je daar vaak iets van mee 🙂 .

Het zal je toch gebeuren dat je zo’n bijnaam krijgt! Maar in ons Rijssen was dat niets bijzonders en het kan altijd nóg erger: Er was in mijn jeugdjaren een familie die aangeduid werd als Van het goddeloze mensje. Achter die bijnaam schuilt het volgende verhaal:

Een vrouw uit deze familie was volgens zeggen de eerste Rijssense ingezetene die een tv-toestel kocht, ergens eind jaren vijftig van de vorige eeuw. Dat was toentertijd groot nieuws en nogal afkeurenswaardig volgens de toen geldende mores. En zo ‘verdiende’ deze familie hun bijnaam, een vlek die nog lang aan hen zou kleven….

Hieronder een link naar een foto van de winkel van de dames Koridon, oftewel de Teutewiefkes.

https://erfgoedrijssenholten.nl/mediabank/detail/48ff1047-74ab-01a1-17c8-3c7dfea1c3ca

Oud

We gingen op bezoek bij een oude vrouw uit onze kerkelijke gemeente. Ze woont op loopafstand van ons huis, want hier in Ter Heijde ligt álles op loopafstand.

Ze is plus 90 en al meer dan 30 jaar weduwe. En ze heeft geen kinderen. Bewegen gaat heel moeizaam, ze komt bijna niet meer van haar vaste plekje op de sofa. De radio staat hele dagen aan op radio 5 nostalgia. De muziek van vroeger verdrijft de stilte, maar niet de eenzaamheid. ‘Oud worden gaat wel, maar oud zíjn valt niet mee’, zegt ze.

Door het raam van de woonkamer speelt het leven zich buiten af, alsof je naar een film kijkt – met buurtbewoners die vertrekken en weer thuiskomen, passanten die voorbij lopen, een man die zijn hond uitlaat en racefietsers die snelheid maken op het fietspad over de dijk verderop.
De film bestaat uit losse scènes, zonder verhaal. Een ander schreef het script en zelf speelt ze geen rol meer.

Herinneringen…. hoe ouder je wordt, hoe meer je je herinnert.

De buurvrouw wipt even aan om te kijken hoe het is. Een vroegere vriendin die aan Alzheimer lijdt belt op met een warrig verhaal. Vogeltjes bezoeken het voederhuisje in de achtertuin. Zon en regen. En ’s avonds de tv. Dat is het wel.

Een mensenleven is eindig. En het eindigt vaak in mineur, met lichamelijk ongemak en verlies van zelfstandigheid. Kon het maar anders gaan. Ik hoop voor mezelf en mijn vrouw op een ander einde, maar je hebt weinig in de hand en nergens recht op. Wat resteert is een gebed voor die ander en voor jezelf.

Stilleven

Het trof me vanochtend toen ik op de echtelijke slaapkamer mijn kleren pakte om de dag tegemoet te treden: het nachttafeltje van mijn vrouw heeft wel wat weg van een stilleven, ook al is de rangschikking van de voorwerpen erop in tegenstelling tot een stilleven tamelijk ongeordend en gespeend van elke symboliek.

Op dit schilderij, deze still uit het leven van een mens, zijn de volgende voorwerpen te zien:

— een bijbels dagboekje en gebedenboekje met leesbril er bovenop
— foto’s van onze twee honden
— een zelf gehaakte beer
— doosjes medicijnen
— een waterglas
— een doosje ohropax geluiddempers, onmisbaar om de buitengeluiden weg te filteren
— een digitaal klokje, want ze wil altijd weten hoe laat het is
— een schemerlamp voor licht in het duister.

Het stilleven ademt nuchterheid en vrouwelijkheid. En ook liefde voor honden en een zekere passie voor zelfgemaakt haakwerk. Kortom: het is helemaal mijn vrouw…. 🙂 .