Zaterdag 1 september, half elf:
Ik zit buiten op het terras in het zonnetje. Het is september, maar de zon is nog warm en de bloemen in mijn tuintje bloeien volop.
Achter de heg passeren mensen, maar ze storen niet. De buurman ligt nog in bed, dus ook daar heb ik geen last van. Wel vervelend trouwens als je zo overgevoelig voor geluid bent als ik. Alles kan prikkelen: een elektrische heggeschaar – frequent gebruikt door een bewoner aan de overkant, een dito maaimachine, een geparkeerde auto met stationair draaiende motor, de buurman die met een schoffel het onkruid tussen de tegels wegschraapt, het verkeer op de snelweg A12 (hier vlakbij), en voorts een breed scala aan andere geluiden, voornamelijk voortgebracht door mensen.
Gisteren leek het wel herfst. De takken van de bomen aan de overkant van de straat zwiepten in de wind en het was kil.
Het werk ging moeizaam deze week. Ik had erg weinig energie, sleepte mezelf door de dagen heen. Langzaam overeind komend na een pauze, mezelf dwingend om weer aan het werk te gaan. Wensend dat er een bed in de kantine stond, zodat ik even kon gaan liggen en slapen. En nu heb ik een koortslip, een fysiek bewijs van mijn slechte conditie.
Er zittend hommels op de bloemen van mijn rijk bloeiende tuinfuchsia. De klimroos maakt nu nieuw schot na de vorige bloei. Mijn hortensia op stam die volgens het boekje veel eerder had moeten bloeien, begint nu pas kleur te vertonen. Prima, een kleurige tuin in september, een verlengde zomer. Voorlopig zit ik hier best.