Ik zit hier best…

Zaterdag 1 september, half elf:

Ik zit buiten op het terras in het zonnetje. Het is september, maar de zon is nog warm en de bloemen in mijn tuintje bloeien volop.
Achter de heg passeren mensen, maar ze storen niet. De buurman ligt nog in bed, dus ook daar heb ik geen last van. Wel vervelend trouwens als je zo overgevoelig voor geluid bent als ik. Alles kan prikkelen: een elektrische heggeschaar – frequent gebruikt door een bewoner aan de overkant, een dito maaimachine, een geparkeerde auto met stationair draaiende motor, de buurman die met een schoffel het onkruid tussen de tegels wegschraapt, het verkeer op de snelweg A12 (hier vlakbij), en voorts een breed scala aan andere geluiden, voornamelijk voortgebracht door mensen.

Gisteren leek het wel herfst. De takken van de bomen aan de overkant van de straat zwiepten in de wind en het was kil.

Het werk ging moeizaam deze week. Ik had erg weinig energie, sleepte mezelf door de dagen heen.  Langzaam overeind komend na een pauze, mezelf dwingend om weer aan het werk te gaan. Wensend dat er een bed in de kantine stond, zodat ik even kon gaan liggen en slapen. En nu heb ik een koortslip, een fysiek bewijs van mijn slechte conditie.

Er zittend hommels op de bloemen van mijn rijk bloeiende tuinfuchsia. De klimroos maakt nu nieuw schot na de vorige bloei. Mijn hortensia op stam die volgens het boekje veel eerder had moeten bloeien, begint nu pas kleur te vertonen. Prima, een kleurige tuin in september, een verlengde zomer. Voorlopig zit ik hier best.

De eerste bloemknop!

In de klimroos die ik vorig najaar tegen de muur langs mijn terras heb geplant, ontdekte ik gisteren een eerste bloemknop.

Bijzonder, hoe ondanks de kou van de laatste weken zo’n plant onverstoorbaar doorgaat met datgene waarvoor het geschapen is: groeien en bloeien.

Nu alleen nog een zonnetje en wat hogere temperaturen, zodat ik vanuit mijn tuinstoel kan genieten van mijn bloeiende klimroos…..

Bloeiend fluitenkruid

foto Y.E. van Heusden, blissyo-elgarden.blogspot.com

Je hoeft niet de natuur in om van de natuur te genieten: ook binnen de grenzen van mijn stad Den Haag valt genoeg te zien. Bloeiend fluitenkruid bijvoorbeeld, langs de wandelpaden in het Rodekruisplantsoen waar ik vaak mijn hond uitlaat. Een schitterend gezicht, zo’n lint van witte schermbloemen. Op sommige plekken is het gemengd met het geel van boterbloemen, wat een bijna exotisch kleurenpalet oplevert. Natuur in de stad.

En dat je volgens de nieuwste spelling geen ‘fluitekruid’ maar ‘fluitenkruid’ schrijft, neem ik dan maar voor lief, al blijf ik het raar vinden.

5 mei: vier de vrijheid op je volkstuin

Ik moest nodig het gazon maaien en toog om die reden op mijn vrije 5e mei naar de tuin. Daar aangekomen bleek het gras zo hoog dat de Maximale Maaihoogte eigenlijk al overschreden was. Worst of all: het gras was ook nog eens nat en zoals iedere tuinman weet: nat gras maait slecht. Ik overwoog even om op zoek te gaan naar een kudde schapen, maar zag daar om praktische redenen vanaf. Mopperend in mezelf en uiterst moeizaam ploeterde ik even later voort met mijn oude handmaaier, de wieltjes slippend over het gras, telkens een aanloopje nemend voordat ik een volgende strook gras onder handen nam. Het was hard werk. Dit was geen hobby meer, dit was werk. Toen het eindelijk klaar was, had ik het even helemaal gehad met tuinieren in het algemeen en de verzorging van gazons in het bijzonder.

Daarna werd het beter. De planten bemestte ik met eigengemaakte compost, een plezierig karweitje. Het geheim zit hem natuurlijk in het woord ‘eigengemaakt’ – dat veel beter klinkt dan ‘gekocht bij het tuincentrum’ en veel meer voldoening schenkt. Daarna was het werk gedaan en liep ik met de handen in de zakken een rondje door mijn hof. Overal kleur, de magie van het voorjaar. De bergenia (schoenlappersplant) bloeide en kwam mooi uit in de border. Overal pollen betoverend blauwe vergeet-mij-nietjes. De rozen maken knoppen en het nagelkruid bloeide ook al – helder oranje, mijn favoriete kleur. Ik voelde me bevrijd.

bergenia (schoenlappersplant)

Zaterdag tuindag

Japanse kers

Stralend voorjaarsweer vandaag, aan het eind van de ochtend ga ik met de hond naar de volkstuin. Ik moet het hele complex over om bij mijn eigen tuin te komen, wat ik niet prettig vind met al die mensen die onderweg mijn pad zouden kunnen kruisen. Dit keer gaat het goed, geen ongewenste ontmoetingen, alleen de overbuurman die op het laantje vlakbij mijn tuin staat te kletsen met iemand anders. Ze hebben gelukkig weinig aandacht voor me en ik kan zonder kleerscheuren passeren.

De zon komt net tevoorschijn achter de bomen aan de overkant van de sloot, mijn timing is perfect. Ik geef de viooltjes die ik vorige week geplant heb water en eet dan in het zonnetje mijn brood op. De buurman gaat zijn gazon maaien, het geratel van de handmaaier die hij gebruikt stoort me, maar hij is gelukkig snel klaar. Even rust, even stilte, ik hoor koolmezen en de alarmroep van een merel, verder weinig vogels. De hond ligt onder mijn tuinstoel, ik ben omringd door voorjaarsgroen, bovenin de takken van mijn sering beginnen paarse bloempluimen zich te vormen. Mijn Japanse kers bloeit nu volop met helderroze bloemen, de forsythia is nog vlammend geel en mijn Brunnera macrophylla (Kaukasisch vergeet-mij-nietje) kleurt helder blauw.

Brunnera macrophylla

Er ligt nog snoeihout op het gazon, maar ik breng het niet naar de stortplaats omdat ik dan weer langs de mensen moet…In plaats daarvan maak ik het wat kleiner en leg het in een ruwe richel langs de sloot. Milieuvriendelijk tuinieren is dat: egels, muizen en ander klein spul kunnen beschutting vinden onder de takken, wat ben ik toch een natuurmens!

Mijn gazon is meer mos dan gras maar geen nood, ik heb mosdoder gekocht. Ik meng het witte poeder met water en giet het uit over het oppervlak. Over een week is het mos zwart en kan ik het uitharken. Daarna opnieuw gras inzaaien, wat mest erover en dan maar hopen dat het weer een mooi grasveld wordt.

Verder is er weinig werk te doen, dus ik zoek opnieuw mijn tuinstoel op. Als de regen uitblijft, moet ik volgende week ook de andere planten water geven, zo droog is het. Barsten en scheuren in de kleigrond. Het is ook altijd wat.

Stemmen van mensen iets verderop, ik hoor een haan kraaien. Een hommel vliegt voor mij langs, op zoek naar nectar. Ik had maar twee boterhammen bij me en mijn lichaam vraagt om eten. Terug naar huis dan maar, er komen nog mooie tuindagen genoeg.

Hoogzomer op de tuin……

Hoogzomer op de tuin

Ik heb een eigen tuin aan de rand van Den Haag, op een volkstuincomplex. Mijn groene oase heeft een gazon in het midden en daar omheen perken met vaste planten en heesters. Er staat ook een oud kasje op, waarin ik een wijnstok heb staan die elke zomer kilo’s zoete druiven geeft. Achter de tuin loopt een brede sloot, meerkoeten nestelen elk jaar op het water, zwanen komen regelmatig langs en zelfs een ijsvogel laat zich af en toe zien.

Als ik er om 11 uur arriveer is het al warm, ondanks het feit dat de zon nog schuil gaat achter de bomen aan de overkant van de sloot. In korte broek en met ontbloot bovenlijf maai ik het gras. Zomergras, de geur van gemaaid gras is de geur van de zomer.                                                                                                              Mijn hond graaft gaten in de slootkant, ik knip met een snoeischaar de planten bij en trek hier en daar wat onkruid uit de grond. Het is vrij stil, weliswaar heeft de overbuurman een radio aanstaan, maar die staat zo zacht dat het niet echt stoort. Weinig vogels te horen ook, de uitbundigheid van het voorjaar is voorbij, het wordt stiller in de natuur.

De hosta’s bloeien nog steeds, de rozen zitten volop in knop en beginnen binnenkort aan een tweede bloeironde, aan de overhangende takken van de vlinderstruik zitten paarse bloempluimen. Koolwitjes, kleine vos en atalanta komen op de nectar af. Ook de hortensia’s bloeien nog.

atalanta op vlinderstruik foto Bas Dekker

atalanta op vlinderstruik foto Bas Dekker

Ik zit met een boek in de schaduw. De zon op het water van de sloot, het licht gefilterd door de schaduw van de overhangende bomen langs de kant.                                                                         Als ik het hoofd in de nek leg en omhoog kijk, zie ik eindeloos blauwe lucht. Ver weg, eindeloos hoog, een meeuw. Als je lang omhoogkijkt, wordt je duizelig.                                                         Ik hoor toch wat vogelgeluiden: een specht heel even en enkele staartmezen in de elzenboom die op mijn tuin staat, op zoek naar zaadjes en insecten.                                                         

Het wordt drukker, ik hoor meer tuinbezitters arriveren. Stemmen, mensen die met elkaar praten. Een autist als ik kan slecht tegen al dat lawaai, dus ik besluit om naar huis te gaan.