Geluiden van de stad

geluiden27 september 2009, van 13.49 uur tot 14.19 uur

Ik ben op mijn volkstuin aan de rand van de stad en luister naar de geluiden – dichtbij en veraf. Ze maken deel uit van mijn wereld. Vaak veronachtzaamd: als je aan het werk bent, dringen ze meestal niet tot je bewustzijn door. Dit keer dwing ik mezelf om actief te luisteren, om bewust waar te nemen. Dertig minuten.De ‘grondtoon’ vandaag is het ruisen van de bladeren in de toppen van de bomen aan de overkant van de sloot. Soms gaat de wind even liggen en is het stil, om daarna weer toe te nemen. Het geluid heeft iets weg van murmelende stemmen – pratende bomen, alsof dat kan.Verder levert een half uur opmerkzaam zijn het volgende resultaat op: 

Stemmen van mensen                                    2x

Vliegtuigen                                                    5x     

Werkgeluid (heien, timmeren, slijpen,etc.)     14x

 Auto’s                                                           7x     

 Vrachtverkeer                                               3x        

 Brommer                                                      1x     

  Vogels                                                         5x   

 (meerkoet, waterhoentje, koolmezen, vlaamse gaaien en een eend)        

Ondefinieerbare geluiden                                6x

waterhoen

waterhoen

meerkoet

meerkoet

 

 

 

 

Weinig spectaculair allemaal, maar hoe kan het ook anders, vlakbij Den Haag. Bovendien overstemde de wind in de bomen soms andere geluiden.             Verder hoor je aan het eind van de zomer weinig vogels meer, de meeste doen er het zwijgen toe, zijn zich waarschijnlijk al aan het voorbereiden op de trek naar het Zuiden……

Een half uur geconcentreerd luisteren valt trouwens nog niet mee, je gedachten dwalen gauw af naar andere dingen.                                                     

Wat is het nut van zo’n luisteroefening? Je wordt misschien alerter op de geluiden van de wereld waarin je leeft. Je ondergaat je omgeving bewuster. Het verrijkt je.  

 Denk ik……

Hoogzomer op de tuin……

Hoogzomer op de tuin

Ik heb een eigen tuin aan de rand van Den Haag, op een volkstuincomplex. Mijn groene oase heeft een gazon in het midden en daar omheen perken met vaste planten en heesters. Er staat ook een oud kasje op, waarin ik een wijnstok heb staan die elke zomer kilo’s zoete druiven geeft. Achter de tuin loopt een brede sloot, meerkoeten nestelen elk jaar op het water, zwanen komen regelmatig langs en zelfs een ijsvogel laat zich af en toe zien.

Als ik er om 11 uur arriveer is het al warm, ondanks het feit dat de zon nog schuil gaat achter de bomen aan de overkant van de sloot. In korte broek en met ontbloot bovenlijf maai ik het gras. Zomergras, de geur van gemaaid gras is de geur van de zomer.                                                                                                              Mijn hond graaft gaten in de slootkant, ik knip met een snoeischaar de planten bij en trek hier en daar wat onkruid uit de grond. Het is vrij stil, weliswaar heeft de overbuurman een radio aanstaan, maar die staat zo zacht dat het niet echt stoort. Weinig vogels te horen ook, de uitbundigheid van het voorjaar is voorbij, het wordt stiller in de natuur.

De hosta’s bloeien nog steeds, de rozen zitten volop in knop en beginnen binnenkort aan een tweede bloeironde, aan de overhangende takken van de vlinderstruik zitten paarse bloempluimen. Koolwitjes, kleine vos en atalanta komen op de nectar af. Ook de hortensia’s bloeien nog.

atalanta op vlinderstruik foto Bas Dekker

atalanta op vlinderstruik foto Bas Dekker

Ik zit met een boek in de schaduw. De zon op het water van de sloot, het licht gefilterd door de schaduw van de overhangende bomen langs de kant.                                                                         Als ik het hoofd in de nek leg en omhoog kijk, zie ik eindeloos blauwe lucht. Ver weg, eindeloos hoog, een meeuw. Als je lang omhoogkijkt, wordt je duizelig.                                                         Ik hoor toch wat vogelgeluiden: een specht heel even en enkele staartmezen in de elzenboom die op mijn tuin staat, op zoek naar zaadjes en insecten.                                                         

Het wordt drukker, ik hoor meer tuinbezitters arriveren. Stemmen, mensen die met elkaar praten. Een autist als ik kan slecht tegen al dat lawaai, dus ik besluit om naar huis te gaan.