Om half acht vanochtend reed ik mijn auto de boomkwekerij op. De baas komt een kwartier later, we moeten samen een vervelend klusje doen. Gelukkig is het net licht als we beginnen, we kunnen zien wat we doen. Na anderhalf uur drukt de baas zijn snor en even later arriveert de collega met wie ik gisteren al heb gewerkt. We gaan verder met het opstapelen van 4 meter hoge coniferen in een transportcontainer. Ik ben nog moe van dag 1 en heb daar vooral in de ochtenduren last van. Het voelt niet goed om hier te zijn: samenwerken met iemand anders is niet mijn ding, ik werk liever alleen. Ik voel me vaak onzeker, omdat dit werk nieuw voor me is. Ik voel me zwak en kom fysiek tekort voor dit werk.
Er is geen toilet op dit bedrijf en ik heb de hele dag last van mijn darmen omdat ik iets moet ophouden wat er eigenlijk uit wil….Er is trouwens ook geen verwarming in het hok dat als kantine dient. Buiten is het warmer als binnen. Hete koffie helpt wel wat, maar leuk is anders.
Iets positiefs: spring is in the air, een zanglijster begint al te fluiten terwijl het nog schemerig is, boven mijn hoofd trekken ganzen naar het noorden, ik hoor de heggemus, ik hoor een boomklever – de natuur ontwaakt. De paddentrek is ook weer begonnen, las ik vanochtend op ‘De groenste scheurkalender’ die bij mij op het toilet hangt.
De balans van dag 2: niet mijn ding om hier de hele dag te lopen. Beetje ontheemd gevoel. Misplaatst. Wat is de wil van God?