Oud

We gingen op bezoek bij een oude vrouw uit onze kerkelijke gemeente. Ze woont op loopafstand van ons huis, want hier in Ter Heijde ligt álles op loopafstand.

Ze is plus 90 en al meer dan 30 jaar weduwe. En ze heeft geen kinderen. Bewegen gaat heel moeizaam, ze komt bijna niet meer van haar vaste plekje op de sofa. De radio staat hele dagen aan op radio 5 nostalgia. De muziek van vroeger verdrijft de stilte, maar niet de eenzaamheid. ‘Oud worden gaat wel, maar oud zíjn valt niet mee’, zegt ze.

Door het raam van de woonkamer speelt het leven zich buiten af, alsof je naar een film kijkt – met buurtbewoners die vertrekken en weer thuiskomen, passanten die voorbij lopen, een man die zijn hond uitlaat en racefietsers die snelheid maken op het fietspad over de dijk verderop.
De film bestaat uit losse scènes, zonder verhaal. Een ander schreef het script en zelf speelt ze geen rol meer.

Herinneringen…. hoe ouder je wordt, hoe meer je je herinnert.

De buurvrouw wipt even aan om te kijken hoe het is. Een vroegere vriendin die aan Alzheimer lijdt belt op met een warrig verhaal. Vogeltjes bezoeken het voederhuisje in de achtertuin. Zon en regen. En ’s avonds de tv. Dat is het wel.

Een mensenleven is eindig. En het eindigt vaak in mineur, met lichamelijk ongemak en verlies van zelfstandigheid. Kon het maar anders gaan. Ik hoop voor mezelf en mijn vrouw op een ander einde, maar je hebt weinig in de hand en nergens recht op. Wat resteert is een gebed voor die ander en voor jezelf.

Moederdag

Heb ik alles? Portemonnee met pinpas voor de onvermijdelijke tank benzine, mobieltje voor het geval dat, de hond voor de gezelligheid en natuurlijk de bloeiende plant voor mijn moeder – veilig ingeklemd tussen voorstoel en achterbank. Ik start de auto en ga op weg.

Het is twee uur rijden van het vrije Westen naar Tukkerland. Radio 2 schenkt Cappuccino en luisteraars mogen bellen met al hun vragen en opmerkingen. De Giro d’Italia koerst dit weekend door Nederland en een vrouw wil weten waar het woord ‘wielrennen’ vandaan komt. Tja. Een man vraagt aandacht voor de uitbuiting van kinderen in de tabaksindustrie overzee. ‘Weer een reden om te stoppen met roken’, grapt de presentator en kapt de beller daarna af. Het programma moet vooral luchtig blijven, geen zware onderwerpen op zaterdagochtend, alsjeblieft.

Twee uur is lang. Ik praat tegen de hond, maar die zegt weinig terug. De radio verveelt me na een tijdje, dus ik leg hem het zwijgen op en het wordt stil in de auto. Onwillekeurige gedachten passeren: herinneringen, pijn, dingen van vroeger en nu – flarden van gedachten die komen en gaan. Ik vraag me ineens af hoe Jezus zich zijn aardse leven herinnert: overheerst de pijn van Gethsemané, van het kruis, van de verlating door God, of domineert de vreugde van de overwinning? Hij is ook een mens, dus Hij heeft ook herinneringen. Al 2000 jaar lang.

Veel groen langs de kant van de weg, Rijkswaterstaat is goed bezig. Veel industrie trouwens ook, veel  huizen, spoorlijnen, andere wegen, kassen – wat is dit landje druk en vol. Soms benauwd het me.

Ik voel de knik in de IJsselbrug bij Deventer en passeer een kwartiertje later de plek waar vorige week zondag supporters van FC Twente op hun eigen manier het kampioenschap van hun club vierden. Het is nu niet ver meer naar Rijssen. Maar straks, na het bezoek, moet ik dezelfde weg terug. Weer twee uur. Wat een eind.

Oude vrouw (2)

Een aanleunwoning naast een verzorgingstehuis. De seniorenfauteuil in de woonkamer wordt intensief gebruikt: ze kan niet meer alleen de deur uit en zit de hele dag binnen. Twee wekkers staan keurig naast elkaar op armafstand op het dressoir – ze heeft diabetes en krijgt twee keer per dag insuline. Aan de andere kant van de kamer hangt een wandklok en vanuit een  positie midden in de kamer lijkt het of de wekkers aan de ene en de klok aan de andere kant een wedstrijdje doen – wie het hardste kan tikken.

Ze puzzelt overdag en kijkt ’s avonds tv. Met haar reumatische vingers kan ze de toetsen van de afstandsbediening nog net bedienen. Als ze niks interessants kan vinden, zapt ze door tot Animal Planet – daar blijft hij dan de rest van de avond op staan. Ze slaapt ’s nachts in haar stoel: haar bed is ooit beslapen door een ziek nichtje dat later overleed.

Eind oktober begint ze met het opzoeken van de kerstspullen en half november staat alles klaar. Ze heeft drie kerstbomen: twee in de woonkamer en een in de hal, achter de dozen met incontinentie-materiaal. Ze hangen vol met ballen, engeltjes, klokken, sterren en andere tierelantijnen. Op het dressoir staat nog een klein boompje en verder overal kaarsen, kersttakken,  glitter en andere dingen die voor een beetje sfeer moeten zorgen.

Kort na Sinterklaas gaat de verlichting van de kerstbomen aan. Daarna begint het wachten. Altijd spannend of de kinderen nog zullen komen. Ze rekent nergens op, maar haalt wel eten en drinken in huis. Je weet maar nooit…..

Thuis……

Acaciastraat

   Een bovenwoning in Den Haag, vier kamers en een keuken met een balkonnetje op het westen, aan de zeekant. Bouwjaar ver voor de oorlog, maar in de laatste decennia ingrijpend gerenoveerd, als een oud lichaam waarvan de versleten organen vervangen werden door transplantaten. Kunststof kozijnen voor en achter, nieuwe plafonds, een nieuwe keuken, modern sanitair.

 De woonkamer: mijn leefruimte – bankstel tegen de muur, met een plaid over de versleten bekleding; een werktafel bij het raam: computer, printer, woordenboeken, schrijfgerei, koekkruimels, kauwgum. De bijbehorende stoel heb ik voor 2 tientjes op Marktplaats gekocht, maar zit goed. Verder: een fauteuil die ik zelf nooit gebruik en die zijn recht om in dit vertrek te zijn, alleen ontleend aan de zeldzame momenten dat ik bezoek heb, een hondenmand, de gashaard en een boekenwandje – reisverhalen, veel reisverhalen.  Een kalender met foto’s van Amerikaanse landschappen aan de muur, een foto van mijn overleden vader op de schoorsteenmantel. Een klok die stilstaat omdat ik de batterijen verwijderd heb – het continue, monotone tikken ging op mijn zenuwen werken.    

 Het uitzicht: aan de straatkant de gevels van de huizen aan de overkant – je kan ze bijna aanraken. Ramen als gapende muilen. Aan de andere Den Haagzijde de tuinen van de bewoners op de begane grond. Een hoog oprijzende conifeer in mijn blikveld, broedplaats voor minstens 1 koppel van de vele duiven die de bovenkant van mijn balkonhek bevuilen. Er achter de woningen en winkelpanden in de straat die parallel aan mijn eigen straat loopt. Daarboven: weidse lucht, eindeloos, tot in de hemel reikend, uitspansel, schepping, kosmos. Wolken die vanaf zee landinwaarts komen drijven, traag maar onverbiddelijk. Stapelwolken in allerlei vormen: luchtkastelen, sprookjesdieren, reuzen. Grillig gevormde formaties, massieve onweersfronten, striemende regenbuien, soms even snel vertrokken als ze kwamen. Helblauwe lucht op zonnige dagen, dat het pijn aan je ogen doet als je naar buiten kijkt. Asgrijze, depressief-makende lucht, melkwitte lucht, Ruysdael-lucht.

Geluiden van buiten, gedempt door dubbel glas: een koerende duif, een voorbij rijdende auto in de straat,  stemmen.                                                                                        Het suizen in mijn oren, het rommelen van maag en ingewanden, mijn ademhaling. De hartslag van het huis: het druppen van een kraan, tikkende leidingen, houten vloerdelen die werken.  De koelkast slaat aan. De hond geeuwt en kijkt me vragend aan.  Een bromvlieg die de weg kwijt is, stort zich tegen de ruit, telkens weer, op zoek naar een opening. Als het me teveel wordt, druk ik hem dood tegen het glas.

 Ik denk dat ik maar naar buiten ga.

nooit te laat voor relatie?

Ik ben 47 en alleenstaand.

Als ik alleen ben (en dat ben ik meestal) voel ik me vaak eenzaam en onbevredigd, alsof mijn leven geen waarde heeft, leeg is en betekenisloos. Als ik met iemand anders ben, voel ik me ongemakkelijk, gespannen, ongelukkig soms, en wil ik het liefst alleen zijn. Hoe kom ik hieruit?                                                                             

Lees verder………Twee vrouwen Word