Thuis……


Acaciastraat

   Een bovenwoning in Den Haag, vier kamers en een keuken met een balkonnetje op het westen, aan de zeekant. Bouwjaar ver voor de oorlog, maar in de laatste decennia ingrijpend gerenoveerd, als een oud lichaam waarvan de versleten organen vervangen werden door transplantaten. Kunststof kozijnen voor en achter, nieuwe plafonds, een nieuwe keuken, modern sanitair.

 De woonkamer: mijn leefruimte – bankstel tegen de muur, met een plaid over de versleten bekleding; een werktafel bij het raam: computer, printer, woordenboeken, schrijfgerei, koekkruimels, kauwgum. De bijbehorende stoel heb ik voor 2 tientjes op Marktplaats gekocht, maar zit goed. Verder: een fauteuil die ik zelf nooit gebruik en die zijn recht om in dit vertrek te zijn, alleen ontleend aan de zeldzame momenten dat ik bezoek heb, een hondenmand, de gashaard en een boekenwandje – reisverhalen, veel reisverhalen.  Een kalender met foto’s van Amerikaanse landschappen aan de muur, een foto van mijn overleden vader op de schoorsteenmantel. Een klok die stilstaat omdat ik de batterijen verwijderd heb – het continue, monotone tikken ging op mijn zenuwen werken.    

 Het uitzicht: aan de straatkant de gevels van de huizen aan de overkant – je kan ze bijna aanraken. Ramen als gapende muilen. Aan de andere Den Haagzijde de tuinen van de bewoners op de begane grond. Een hoog oprijzende conifeer in mijn blikveld, broedplaats voor minstens 1 koppel van de vele duiven die de bovenkant van mijn balkonhek bevuilen. Er achter de woningen en winkelpanden in de straat die parallel aan mijn eigen straat loopt. Daarboven: weidse lucht, eindeloos, tot in de hemel reikend, uitspansel, schepping, kosmos. Wolken die vanaf zee landinwaarts komen drijven, traag maar onverbiddelijk. Stapelwolken in allerlei vormen: luchtkastelen, sprookjesdieren, reuzen. Grillig gevormde formaties, massieve onweersfronten, striemende regenbuien, soms even snel vertrokken als ze kwamen. Helblauwe lucht op zonnige dagen, dat het pijn aan je ogen doet als je naar buiten kijkt. Asgrijze, depressief-makende lucht, melkwitte lucht, Ruysdael-lucht.

Geluiden van buiten, gedempt door dubbel glas: een koerende duif, een voorbij rijdende auto in de straat,  stemmen.                                                                                        Het suizen in mijn oren, het rommelen van maag en ingewanden, mijn ademhaling. De hartslag van het huis: het druppen van een kraan, tikkende leidingen, houten vloerdelen die werken.  De koelkast slaat aan. De hond geeuwt en kijkt me vragend aan.  Een bromvlieg die de weg kwijt is, stort zich tegen de ruit, telkens weer, op zoek naar een opening. Als het me teveel wordt, druk ik hem dood tegen het glas.

 Ik denk dat ik maar naar buiten ga.

Een gedachte over “Thuis……

Plaats een reactie