Christelijke kunst (3)

Ego Sum Lux - Ik ben het licht. Computeranimatie van Jos Wilcke

Ego Sum Lux – Ik ben het licht. Computeranimatie van Jos Wilcke

Nog een derde kunstwerk van de Zomerexpo 2014 met een duidelijke link naar het christelijk geloof: de computeranimatie Ego Sum Lux van Jos Wilcke.

De titel verwijst naar een tekst uit de bijbel:

Ego sum lux mundi; qui me sequitur, non ambulat in tenenbris.

Ik ben het licht der wereld; die mij volgt, zal niet in de duisternis lopen.

Johannes 8: 12

In de catalogus van de Zomerexpo schrijft de kunstenaar als toelichting bij het werk dat hij foto’s van een oude kerk in Venetië gecombineerd en bewerkt heeft tot een zich herhalende filmanimatie.

Een gekruisigde Jezus hangt in de deuropening van de kerk. De omgeving van de kerk is donker, mistig. De brandende straatlantaarns verspreiden nauwelijks licht. De uitgestrekte armen van de gekruisigde ontvangen licht van boven, zo lijkt het. Licht dat doorgegeven kan worden hier op aarde. Is dat wat de kunstenaar bedoelde met zijn creatie?

 

 

Christelijke kunst (2)

 

Aen myne uitbrandende kaerse - Hester Popma - van de Kolk

Aen myne uitbrandende kaerse – Hester Popma – van de Kolk

Nog een kunstwerk met een christelijke gedachte: Aen myne uitbrandende kaerse van Hester Popma – van der Kolk. Net als de eerder besproken creatie in Christelijke kunst (1) is het te zien op de Zomerexpo 2014 in het Gemeentemuseum Den Haag.


Het werkstuk van Popma – van der Kolk is een foto achter plexiglas. Een foto van een kandelaar waarbij de kaars opgebrand en zo goed als gedoofd is. De titel Aen myne uitbrandende kaerse is een verwijzing naar een gedicht van Heyman Dullaert (1636-1684):

 O haast gebluschte vlam van myne kaers!

        nu dat Gij mynen voortgang stut in ’t naerstig onderzoeken

        Van nutte wetenschap, in wysheidvolle boeken,

        Voor een leergierig oog zo rykelyk bevat,

        Verstrekt gy my een boek, waar uit te leeren staat

        Het haast verloopen uur van myn vergancklyk leven;

        Een grondles, die een wys en deuchtzaam hart kan geven

       Aan een aandachtig man, wien zy ter harte gaat.

       Maar levend zinnebeeld van ’t leven dat verdwynt,

       Gy smoort in duisternis nu gy uw licht gaat missen;

       En ik ga door de dood uit myne duisternissen

       Naar ’t onuit bluschlyk licht, dat in den Hemel schynt.

Een kaars als metafoor voor licht en duisternis, leven en dood. De kaars brandt op, als een mensenleven. Maar de dichter weet dat de duisternis van de dood niet het einde is, want na het sterven wacht ”T onuitbluschlyk licht dat in den Hemel schynt.’

Een oerchristelijke gedachte. De foto en het gedicht vormen een eenheid.

En zo kan 17e-eeuwse poëzie een inspiratiebron zijn voor 21e-eeuwse kunst.

Christelijke kunst (1)

Ik bezocht vorige week de Zomerexpo 2014 in het Gemeentemuseum Den Haag, waarbij onder de titel ‘Licht‘ allerlei kunstenaars hun visie op dit onderwerp presenteren. Foto’s, schilderijen, ‘kijkdozen’, houtsculpturen, computergestuurde installaties en meer stonden opgesteld in een aantal zalen van het museum, tot lering en vermaak.

Onder de kunstwerken bevonden zich ook enkele creaties met een link naar de bijbel en het christelijk geloof. Aan drie daarvan wil ik op deze blog aandacht besteden. Het meest opvallend vond ik het schilderij De Laatste Afwas van Bars Janboud, wat u hieronder ziet afgebeeld.

De Laatste Afwas   ZomerExpo 2014

De Laatste Afwas, Bars Janboud

Het schilderij is ongetwijfeld geïnspireerd door ‘Het laatste Avondmaal’ van Leonardo da Vinci, alleen is de setting hier anders. Jezus en zijn discipelen zitten niet rond een tafel te eten zoals bij Da Vinci, maar doen de afwas na de maaltijd.
Of beter gezegd: Jezus doet de afwas, terwijl zijn discipelen hand- en spandiensten verrichten, toekijken, commentaar geven op het feit dat Jezus dit werk doet en de kwaliteit van zijn werk inspecteren.

Jezus is de centrale figuur in het midden, te herkennen aan de lichtkrans rond zijn hoofd, een symbool van zijn status, zijn heiligheid. Hij doet het werk van een bediende, een dienstknecht: hij werkt in de keuken. De belangrijke mensen – de geëerde gasten – eten van de maaltijd en ontspannen zich, terwijl het lagere personeel in de keuken het werk doet. Jezus legt zijn koninklijke status af en wordt een nederige dienaar.

De situatie doet mij denken aan het verhaal van de voetwassing in de bijbel. Daarbij wordt verteld dat Jezus voor de maaltijd de voeten wast van zijn discipelen, eveneens een uiterst nederig werkje, slavenarbeid eigenlijk.

Al met al vind ik ‘De Laatste Afwas’ een voluit christelijk kunstwerk, al zullen sommigen moeite hebben met de vrijmoedige interpretatie van het oorspronkelijke bijbelverhaal.
Maar voor mij was het een blikvanger op de expositie in het Gemeentemuseum, en een originele benadering van een oud thema.